Nieuws...

vrijdag 18 januari 2013

Vrijwillige of verplichte sportmedische keuring?

Vandaag lanceerde de vereniging van Sport- en Keuringsartsen (SKA) het uniform keuringsprotocol voor amateursporters. Om verantwoord te sporten, raden ze kinderen vanaf hun zesde aan om een keuring te ondergaan. Vanaf hun veertiende komt daar om de vier jaar ook een ECG bij, om te zoeken naar hartproblemen. Vlaams volksvertegenwoordiger Ulla Werbrouck (LDD) is tevreden dat het uniform keuringsprotocol eindelijk gefinaliseerd werd en hoopt dat het op zeer korte termijn in de praktijk uitgerold zal worden. De belangrijkste vraag is echter: Hoe moet het nu verder?

Anderhalf jaar geleden ging de SKA van start met de opdracht die door Vlaams minister van Sport aan hen toebedeeld werd: het ontwikkelen van een uniform screeningsprotocol. Het uniform keuringsprotocol is nu eindelijk klaar. Geen moment te vroeg vindt Ulla Werbrouck. “Sinds 2009 vraag ik aan de minister van Sport aandacht voor de sportmedische keuring van jonge sportertjes. Jarenlang heeft de minister getalmd en geen actie ondernomen, tot anderhalf jaar geleden de publieke druk te groot werd en een opdracht gegeven werd aan de SKA om een uniform screeningsprotocol te ontwikkelen. Uiteindelijk werd dit protocol nu gelanceerd én dat is eindelijk een eerste stap in de goede richting”, duidt Ulla Werbrouck.

Het ontwikkelde uniform screeningsprotocol zal nu nog goedgekeurd moeten worden door Vlaams minister van Sport Philippe Muyters. Dit is echter een formaliteit gelet op het feit dat de SKA dit protocol ontwikkelde in opdracht van de minister. Belangrijker zijn echter de volgende vragen: Wat gaat minister Muyters met dit protocol doen? Blijft het vrijwillig of wordt het verplicht opgelegd? “Ik ben altijd voorstander geweest om de sportmedische keuring te verplichten ten aanzien van bepaalde jonge sportertjes. Zo zou je kunnen zeggen dat alle jonge sportertjes, binnen een bepaalde leeftijdsgroep, die aangesloten zijn bij een erkende Vlaamse sportfederatie verplicht een dergelijke keuring moeten ondergaan”, legt Ulla Werbrouck uit, “Minister Muyters is echter altijd voorstander geweest van een vrijwillig initiatief. Ik sta daar redelijk sceptisch tegenover. Ook nu kunnen amateursporters zich al vrijwillig laten keuren. In de periode 2007 – 2010 zetten jaarlijks slechts circa 3.500 amateursporters de stap naar die vrijwillige sportkeuring. Ik ben van mening dat je zonder enige vorm van verplichting de jonge sportertjes en hun ouders onvoldoende aanzet om die stap naar de sportmedische keuring te nemen.”
Indien Vlaams minister van Sport Philippe Muyters die verplichting niet invoert dan moeten de sportfederaties hun verantwoordelijkheid zelf opnemen. “De sportfederaties kunnen namelijk zelf hun sportieve leden verplichten dat ze een sportmedische keuring moeten ondergaan. De Wielerbond Vlaanderen doet dit bijvoorbeeld al een heel aantal jaren. Indien minister Muyters zijn verantwoordelijkheid niet neemt, dan moeten de sportfederaties dit als goede huisvaders van hun sportertjes zelf doen”, stelt Ulla Werbrouck.

Een laatste oproep richt Ulla Werbrouck aan de KBVB. “Een jaar geleden kondigde de KBVB aan dat ze een sportmedische keuring verplicht wou maken voor haar 400.000 jonge voetballertjes. Amper twee maanden later trok de KBVB haar staart terug in en stelde de KBVB dat er vorm gegeven zou worden aan een actieplan ter preventie van hartfalen voor het begin van het seizoen 2012-2013. Het seizoen 2012 – 2013 is echter ruim de helft gepasseerd maar van een actieplan is nog steeds geen sprake. In oktober verklaarde de KBVB enkel en alleen dat ze zich zou aansluiten bij het sportmedische geschiktheidsprotocol van de Vlaamse overheid. Dit protocol is nu gefinaliseerd. Ik verwacht dan ook dat de KBVB snel haar aangekondigde actieplan ter preventie van hartfalen lanceert en bewijst dat het niet enkel bij mooie woorden blijft. Of moet er misschien weer een slachtoffer vallen vooraleer men wakker wordt aan de Houba De Strooperlaan? De meer dan 400.000 jeugdspelertjes van de KBVB verdienen beter”, besluit Ulla Werbrouck.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten