De Rode Duivels moeten asiel aanvragen in het buitenland wanneer er tegen 2017 geen nieuw stadion is. Het was een controversiële, spraakmakende optie, gelanceerd door de eerste schepen van Brussel, Alain Courtois, over hét nieuwsitem, misschien uitgezonderd de communautaire Chinese panda’s, dat de vaderlandse media vorige week beheerste. Een opmerkelijke optie die misschien te overwegen valt voor onze motorcrossers. Misschien zelfs een realistische optie, willen zij in de toekomst nog hun geliefkoosde sport kunnen uitoefenen. Want laten we eerlijk zijn, Vlaanderen is niet rijk aan trainingsmogelijkheden. Doch in tegenstelling tot de Belgische en Vlaamse stadionproblematiek worden hieraan geen woorden vuil gemaakt.
Eerlijk is eerlijk. De prestaties van onze Vlaamse motorcrossers kunnen momenteel geenszins wedijveren met de sportieve prestaties van de Rode Duivels. Maar de teloorgang van de motorcrosssport is al even gaande. Waar in Vlaanderen in de periode 1958-1990 nog 63 oefencircuits voor de motorcross bestonden, nam dit aantal na 2008 af tot 4. Ook de medailleoogst ondervond een ontluisterende terugval. 52 wereldtitels in de verschillende categorieën tot en met 2008, waarna nihil sedert 2008.
Waar sinds 2002 geijverd wordt voor nieuwe motorcrossterreinen, zijn een goede WK-kwalificatie-campagne en de mogelijkheid om een wedstrijd van het EK 2020 te hosten, voldoende om ons Belgenland in vuur en vlam te zetten en massaal de oproep voor een nieuw nationaal voetbalstadion te ondersteunen. Consensus rond een gezamenlijke intentieverklaring bereikte men slechts in luttele maanden.
Een nieuw nationaal stadion (met atletiekpiste) krijgt m’n steun. Maar, als ex-topsporter in een kleinere sporttak, ben ik eveneens pleitbezorger voor oplossingen voor meer sporten dan enkel en alleen Koning Voetbal. Daarom mijn herhaaldelijk oproep voor nieuwe gereglementeerde omlopen voor lawaaihinderlijke sporten. Want, laat ons eerlijk zijn, de motorcross, dé sport die ons zo succesrijk gemaakt heeft in het verleden, is momenteel in Vlaanderen meer dood dan levend. Dit door een gebrek aan rolmodellen, een gebrek aan jeugdige instroom en vooral een gebrek aan permanente, gereglementeerde oefenterreinen.
Meer dan een decenniumlang hoor ik de verschillende bevoegde ministers al van de daken schreeuwen dat een verhoging van het aantal terreinen een absolute prioriteit is. Meer dan een decenniumlang al krijgt de sector beloftes te horen. Maar tegelijkertijd nam het aantal oefenterreinen voor lawaaihinderlijke sporten zienderogen af.
In 2009 borrelde de hoop weer op. Een N-VA-minister kreeg een ideale ministerportefeuille (sport en ruimtelijke ordening) toebedeeld. Die opstoot van hoop binnen de motorcrosssector verdween als sneeuw voor de zon, want het enige dat de bevoegde minister besloot, was om het dossier terug toe te vertrouwen aan de provinciale overheden. Nochtans een bestuursniveau, dewelke de partij volgens haar partijprogramma minacht. Deze beslissing typeert hun deugdelijk bestuur, hun kracht van de verandering. De sector moest echter niet treuren want de Vlaamse Regering voorziet in tussentijd in een zoethoudertje. Een jaarlijkse financiële ondersteuning van ca. 60.000 euro voor een opleidingsproject. Het jammerlijke is evenwel dat deze jonge crosstalenten zich binnenkort zullen moeten inschrijven op een wachtlijst teneinde hun talenten te kunnen laten ontbolsteren. Joël Smets en Stefan Everts mogen zich dan nog zo dankbaar opstellen voor deze financiële steun. Ze kunnen evenmin verbergen dat ze, net als ikzelf, veel en veel meer verwacht hadden.
Maar, beste motorcrossers, aan het wachten zou nu, na 11 jaar, eindelijk een einde komen. De Vlaamse minister van Sport en Ruimtelijke Ordening, Philippe Muyters, heeft immers plechtig beloofd om nu, in september, duidelijkheid te verschaffen. Slechts duidelijkheid en geen oplossingen op deadline 30/09/2013. Nochtans zijn oplossingen datgene wat zowel ikzelf als de samenleving van een daadkrachtige overheid, zoals de Vlaamse overheid zichzelf nochtans graag profileert, verwachten.
In de hoop dat er alsnog oplossingen gevonden kunnen worden. In de hoop dat uw ideale ministerportefeuille u toelaat om een finaal momentum voor deze sport te creëren. In de hoop dat u zich aan de gemaakte beloftes van 2002, waarin minimaal 12 en maximaal 15 locaties voor lawaaihinderlijke sporten beloofd werden, houdt, richt ik mij vandaag tot u. Stap nu, vandaag en niet morgen wanneer de verkiezingskoorts het volledige plenum vat, met een plan naar de Vlaams Regering. Reik nu dé broodnodige oplossingen aan waarnaar de sector al jaren smacht en dit vanuit het Vlaamse niveau. Het favoriete bestuursniveau van zowel uw partij als ikzelf. Ik roep u op om eindelijk 5 minuten politieke moed te tonen, in de hoop dat het al niet te laat is en we ooit nog nieuwe Smetsen, Evertens of andere Geboersen de wereldtitel kunnen zien binnenrijven in een sporttak die Vlaanderen zoveel successen gebracht heeft.
Ulla Werbrouck
Vlaams volksvertegenwoordiger
Geen opmerkingen:
Een reactie posten