Inhoudstafel
0.
Samenvatting
1. Situering
2. Crowdfunding
2.1. Soorten
2.2. Knelpunten
2.3. Wetgeving: stand van zaken
2.4. Fiscale behandeling
2.5. Verschil met Tax Shelter
3. Crowdfunding in topsport
3.1. Voordelen
3.2. Knelpunten
3.2. Bestaande (buitenlandse) platformen
3.3. Bijkomende mogelijkheden
*. Bijlage: Ondersteuning Vlaamse overheid topsporters
1. Situering
2. Crowdfunding
2.1. Soorten
2.2. Knelpunten
2.3. Wetgeving: stand van zaken
2.4. Fiscale behandeling
2.5. Verschil met Tax Shelter
3. Crowdfunding in topsport
3.1. Voordelen
3.2. Knelpunten
3.2. Bestaande (buitenlandse) platformen
3.3. Bijkomende mogelijkheden
*. Bijlage: Ondersteuning Vlaamse overheid topsporters
0. Samenvatting
Het huidige Vlaamse topsportbeleid vertoont enkele grote
hiaten. Zo komen sommige Vlaamse topsporters niet of slechts gedeeltelijk in
aanmerking komen voor een contract of subsidies. Vlaanderen verleent immers
steun op basis van de erkenning van een sporttak i.p.v. de prestaties van de
sporter. Deze aanpak is sportief onzinnig en totaal onproductief. De Vlaamse
medaillewinst op internationale toernooien is dan ook navenant. Naar Nederlands
succesvol voorbeeld pleiten Vereeck en Werbouck al langer voor steun op basis van de geleverde sportieve
prestaties.
Topsport kost veel geld. Daarom moeten
naast overheidsmiddelen ook private inkomsten worden aangeboord. In het
buitenland lopen al enkele initiatieven rond crowdfunding van topsport. Vereeck en Werbrouck vragen de Vlaamse
regering de modaliteiten van een Vlaams crowdfunding-platform voor topsporters
uit te werken. Daarbij moet worden vastgelegd voor
welke topsporters, onder welke voorwaarden (al dan niet met behoud van
subsidies), voor welk bedrag (al dan niet met een plafond en/of prospectus) in
welke juridische vorm welk type crowdfunding (al dan niet met een
tegenprestatie voor de geldschieter) kan aangewend worden.
De voordelen van een
Vlaams crowdfunding-platform is dat crowdfunding geen beslag legt op schaars
belastinggeld, dat het brede publiek van particulieren tot ondernemers door
kleine financiële bijdragen bij topsport wordt betrokken, dat de overheid een
veilige omgeving garandeert voor binnen- en buitenlandse geldschieters waarbij
de fondsen effectief worden ingezet voor het gekozen project, en dat de
sportieve prestaties meer beloond zullen worden.
1. Situering
In Vlaanderen wordt het topsportbeleid grotendeels bepaald
door de Topsporttakkenlijst die
decretaal vastgelegd wordt voor de volledige duur van een Olympiade. Recent
werd de Topsporttakkenlijst voor de komende Olympiade 2013 – 2016 vastgelegd
door de Vlaamse Regering.
De Topsporttakkenlijst heeft verregaande gevolgen. Hij
bepaalt namelijk of een sportfederatie in aanmerking komt voor een erkenning als topsportfederatie, en dus
facultatieve subsidies topsport kan
verwerven. Daarnaast wordt er op basis van de Topsporttakkenlijst ook bepaald
of een individuele topsporter al dan
niet in aanmerking komt voor een topsportcontract
(er bestaan wel een aantal uitzonderingen).
Dat het Vlaams topsportbeleid gevoerd wordt op basis van een
Topsporttakkenlijst, heeft verregaande gevolgen voor sommige topsporters die niet tot deze officiële ‘topsporttakken’
behoren. Zo komen bvb. Luca Brecel (snooker), Jean-Pierre Bauwens Junior
(boksen), Delfine Persoon (boksen), Kenny Belaeys (trial) en anderen niet in aanmerking voor de verschillende
topsportsubsidies van de Vlaamse overheid omdat hun sporttak niet voorkomt
op de Topsporttakkenlijst én er dus ook geen topsportfederatie is.
Andere
topsporters komen dan weer enkel in aanmerking voor subsidies ter financiering van het sportief
programma, bvb. een
onkostenvergoeding voor bepaalde stage- en trainingskosten. Bvb. Bart Swings,
recent derde op het WK all round schaatsen, krijgt enkel middelen van BLOSO om bepaalde
kosten m.b.t. stages en trainingen te betalen. Hij heeft geen fulltime tewerkstellingscontract
bij BLOSO, moet in het buitenland trainen wegens het ontbreken van een 400m
ijspiste in Vlaanderen en heeft slechts beperkte middelen om een trainer te betalen
voor meer dan 30 dagen. Jasper Aerents (zwemmer) plaatste zich voor de finale
op de Olympische Spelen met de 4x100m ploeg. Hij krijgt enkel een maandelijkse onkostenvergoeding
van 450 euro.
Ulla Werbrouck heeft zich in het verleden steeds gekant
tegen een topsportbeleid op basis van de beoefende sporttak i.p.v. de sportieve
prestaties. Ons standpunt is klaar en duidelijk: een sporter die grote
sportieve prestaties neerzet, moet, ongeacht de sporttak, in aanmerking komen
voor financiële ondersteuning van de Vlaamse overheid wanneer de financiële
situatie van de sporter ertoe noopt.
Werbrouck deed al een aantal
voorstellen om deze scheefgegroeide situatie te remediëren, zoals (1) de
afschaffing van de Topsporttakkenlijst, (2) verstrengde sportieve voorwaarden
voor het verlenen van een topsportcontract en (3) de loskoppeling van de
topsporters van de sportfederaties. De Vlaamse minister van sport Philippe
Muyters heeft daar echter geen oren naar. Hij continueert het huidige beleid voor
de komende Olympiade, dat gestoeld is op de Topsporttakkenlijst 2013-2016.
Naast publieke middelen kunnen topsporters natuurlijk ook op
zoek gaan naar private middelen
zoals sponsoring. In het huidige economische klimaat zijn de sponsors echter dungezaaid.
Voor vele topsporters, i.h.b. nieuwe sporttalenten, is het daarom moeilijk om
grote en minder grote sponsors te vinden. Bovendien is ook de fiscus de laatste
jaren veel strenger geworden m.b.t. de uitgaven aan sponsoring. Normaal levert
sponsoring een fiscaal voordeel op omdat het bedrag 100% fiscaal aftrekbaar is.
De fiscus kan echter kennelijk onredelijke sponsoringuitgaven verwerpen die op
onredelijke wijze de beroepsbehoeften overtreffen. De fiscus kan ook de sponsoringuitgaven
die geen of onvoldoende directe return genereren, verwerpen indien de return
niet evenredig is met de grootte van het sponsoringbedrag. Doordat de fiscus de
laatste jaren steeds strenger hier tegen optreedt, worden eventuele sponsors
systematisch afgeschrikt.
Het feit dat veel sporters het financieel moeilijk hebben is
niet nieuw. En ondanks onze fundamentele kritiek op het huidige Vlaamse
topsportbeleid, is het ook niet correct om enkel en alleen naar de Vlaamse
overheid te kijken als financier van topsport. Vlaanderen moet initiatieven
nemen om de private sector en de samenleving nauwer te betrekken bij de
topsport. Vlaanderen moet durven innoveren.
Daarom deden Vereeck en Werbrouck vorig jaar het voorstel om
een Tax Shelter voor individuele
sporters in te voeren, waardoor private investeringen in individuele topsporters
onder fiscaal gunstige voorwaarden worden aangemoedigd. Enkel Vlaamse
topsporters die nog niet door de Vlaamse Gemeenschap ondersteund worden (noch topsportcontract,
noch aanvullende subsidies) en die ook geen profsporter zijn, komen hiervoor in
aanmerking. Naar analogie met de Tax Shelter voor audiovisuele producties kan de
investerende vennootschap een vrijstelling krijgen van haar belastbare
gereserveerde winst tot 150% van de sommen die ter beschikking van de
topsporter gesteld werden. De Tax Shelter is een mogelijke maatregel op federaal niveau.
In deze nota doen Vereeck en Werbrouck een nieuw voorstel op
Vlaams niveau, namelijk crowdfunding. Volgens ons kan crowdfunding
een oplossing bieden voor de financieringsproblemen van een aantal topsporters.
Reactie
Ulla Werbrouck:
“In Vlaanderen
worden enkel die topsporters ondersteund die een sport beoefenen die opgenomen
is in de Topsporttakkenlijst. Hierdoor vallen een aantal topsporters uit de
mand. Ik kant mij al jaren tegen de foute filosofie van het Vlaamse
topsportbeleid en de ongelijke
behandeling van topsporters. Het Vlaams topsportbeleid is immers gebaseerd
op de sportieve obediëntie in plaats van de sportieve prestaties, wat het enige
relevante criterium is. Ik ben van mening dat iedere echte topsporter
financiële ondersteuning kan krijgen wanneer hij de nodige sportieve prestaties
levert (ongeacht de sporttak) en wanneer de financiële toestand van de sporter ertoe
noopt. Bovendien moeten topsporters los van de sportfederaties worden
ondersteund.”
Reactie
Lode Vereeck:
“Maar de
topsporter mag niet enkel en alleen naar de Vlaamse overheid kijken als
financier van zijn sportactiviteiten. Ook de private sector en de hele samenleving
kunnen (en moeten) hierin een rol spelen. Al geef ik grif toe dat wij In
Vlaanderen deze traditie minder kennen dan in Nederland waar het bedrijfsleven
veel nauwer betrokken is bij de topsport. Om alle Vlamingen nog nauwer te
betrekken bij de topsport, zullen wij de Vlaamse Regering vragen om een crowdfunding-systeem uit te werken dat een
oplossing kan bieden voor de financiële problemen van topsporters die nu uit de
boot van het reguliere topsportbeleid vallen. Daarbij moeten we het warm water
niet terug uitvinden, want er bestaan al heel wat internationale voorbeelden.”
2. Crowdfunding
2.1.
Soorten
Crowdfunding betekent dat een grote massa (crowd) geldschieters[1] bereid
zijn om kleine bedragen te doneren of investeren in bepaalde projecten waarbij
ze zich nauw betrokken voelen. Kenmerkend is dat het hier meestal over kleine
bijdragen gaat. Particuliere geldschieters kunnen zelf kiezen welk bedrag ze inleggen.
In ruil voor hun investering verkrijgen ze in veel gevallen een tegenprestatie.
Er zijn verschillende soorten crowdfunding:
·
Donatiegebaseerde crowdfunding (giften): de geldschieters schenken een bedrag zonder enige
vergoeding of andere vorm van beloning.
·
Beloningsgebaseerde crowdfunding (sponsoring): de
geldschieters ontvangen slechts een kleine financiële, maar meestal materiele
of immateriële tegenprestatie.
·
Leninggebaseerde crowdfunding (vreemd vermogen): de geldschieters krijgen een periodieke vergoeding voor
hun inleg, waardoor ze uiteindelijk het ingelegde bedrag terugverdienen.
·
Aandelengebaseerde crowdfunding (eigen vermogen): de
geldschieters ontvangen een financiële tegenprestatie voor hun investering.
Crowdfunding wordt vaak georganiseerd via het internet. Om geld op te halen bij het
publiek, stelt de initiatiefnemer zijn specifiek project voor en vermeldt hij
het benodigde totaalbedrag voor de verwezenlijking van het project. Zoals
gezegd, is de achterliggende bedoeling dat velen een klein bedrag investeren en
gezamenlijk het project financieren.
Crowdfunding wordt nu al gebruikt om startkapitaal aan te
trekken voor de opstart van een bedrijf (in ruil voor aandelen) of voor de opname
van een cd door een fanclub van een zanger/band (evt. met deelname in de
winst). De projecten die gefinancierd kunnen worden via crowdfunding, zijn zeer
uiteenlopend van aard. In Nederland onderzoekt Blanco Pro Cycling, de opvolger
van de Rabobankploeg, of het wielerteam in 2014 d.m.v. crowdfunding in het
peloton actief kan blijven.[2]
In de Beleidsbrief Economie 2012–2013 haalt minister-president
Kris Peeters het systeem van crowdfunding aan: “Vooral binnen een aantal creatieve sectoren ontstonden er de voorbije
jaren interessante experimenten met crowdfunding. In het buitenland is deze
financieringsvorm al enigszins uitgebouwd als een reguliere wijze van
financieren van ondernemerschap. Het Agentschap Ondernemen zal in het najaar
van 2012 nagaan welke rol crowdfunding kan vervullen voor de financiering van
startende en groeiende bedrijven in alle economische sectoren, maar ook met
specifieke aandacht voor de creatieve sectoren. Specifieke aandacht zal gaan
naar de complementariteit of afstemming met al bestaande maatregelen zoals de
winwinlening en de waarborgregeling.”
Volgens de jongste KMO-barometer hebben ook Vlaamse ondernemers
interesse in crowdfunding. Ze denken dat dit een valabele vorm van
bedrijfsfinanciering kan zijn, nu banken de kredietkraan meer en meer
dichtdraaien. De belangstelling vertaalt zich echter nog niet in concrete
actie. Slechts 0,3% van de ondernemers heeft al gebruik gemaakt van
crowdfunding.[3]
2.2.
Knelpunten
In tegenstelling tot andere landen, is het wettelijke kader in België nog niet aangepast aan de noden voor
crowdfunding. In ons land mogen alleen erkende financiële instellingen een
beroep doen op het publiek om terugbetaalbare gelden te ontvangen. Indien het
om beleggingsinstrumenten zoals aandelen of obligaties gaat, moeten ze daarvoor
een prospectus[4] opstellen (op basis van de zogenaamde ‘Prospectuswet’ van 16
juni 2006). Een project wordt van die prospectusplicht
ontheven wanneer het om bedragen onder 100.000 euro gaat.[5] Boven 100.000 euro wordt het project beschouwd als een
financiële instelling die ‘beroep doet op het openbaar spaarwezen’ en moet een
prospectus opgesteld worden om de geldschieter te informeren en (een deel van)
de informatieasymmetrie op te heffen.
Het opmaken van een prospectus brengt veel administratieve
lasten met zich mee. Zo heeft 2houses, een webplatform voor co-ouderschap, een prospectus van 85 pagina’s moeten publiceren om haar
crowdfunding-project te kunnen uitvoeren.[6] Er kan in België dus wel al 100.000 euro via crowdfunding opgehaald
worden zonder al te veel administratieve rompslomp.
Naast de mogelijke prospectusplicht bestaat voor de
crowdfunding-platformen ook het gevaar dat ze als beleggingsonderneming beschouwd worden in de zin van de wet van 6
april 1995. Wanneer dat het geval is, hebben de platformen een vergunning nodig
als beursvennootschap of vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies.
Deze vergunning moet afgeleverd
worden door de financiële waakhond FSMA[7].
Bovendien mogen de private geldschieters ook maar beperkte,
kleine bedragen storten en alles moet op een aparte rekening staan die
specifiek als doel heeft het project te ondersteunen. Daardoor is er weinig
ruimte in België om grote ideeën te realiseren via crowdfunding. Volgens De
Keyser, oprichter van Appsfunder[8], loopt België hier achter.[9]
Om meer projecten in aanmerking te laten komen, moet het plafond van 100.000 euro worden opgetrokken
tot 1 miljoen euro. Hierbij zal het belangrijk zijn om garanties te
voorzien voor de geldschieters. Deze garantie is voorzien in artikel 4 van de Bankwet.
Degene die gelden van het publiek ontvangt, kan er niet vrij over beschikken.
Ofwel moet het geld teruggestort worden aan de betrokken geldschieter, ofwel
doorgestort met het oog op de uitvoering van het project. Bovendien moet de
FSMA een degelijk evaluatiesysteem ontwikkelen, dat een minimale veiligheid van
de geldschieters garandeert. De geldschieter moet er namelijk zeker van kunnen
zijn dat zijn geld effectief geïnvesteerd wordt in het beoogde project.
Crowdfunding houdt ook bepaalde
risico’s in voor de geldschieters. Het is belangrijk om te weten of de initiatiefnemer onder toezicht van de FSMA
of de Nationale Bank van België (NBB) staat. Is dat niet het geval, dan wordt
ook geen voorafgaand toezicht uitgeoefend op de gepubliceerde informatie. Wanneer
de initiatiefnemer een door de FSMA goedgekeurde prospectus heeft gepubliceerd,
kan de geldschieter daarin nagaan wat de mogelijke risico’s zijn. Ook de
gekozen juridische vorm van het crowdfundingproject bepaalt welke wettelijke
regels van toepassing zijn. Hierdoor verschilt het beschermingsniveau van de
geldschieters bij crowdfunding sterk.[10]
2.3.
Wetgeving: stand van zaken
Zoals vermeld, beschikt België momenteel niet over een aangepast
wettelijk kader voor crowdfunding. Wel heeft de FSMA op 12 juli 2012 een ‘reglementair kader voor crowdfunding’
uitgewerkt, waarin een overzicht wordt gegeven van de wetgeving die van
toepassing kan zijn op een crowdfunding-initiatief:
·
Wet van 16 juni 2006 op de openbare
aanbieding van beleggingsinstrumenten en de toelating van
beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt
(zogenaamde Prospectuswet), in het bijzonder artikel 68bis van deze wet.
·
Wet van 6 april 1995 inzake het statuut
van en het toezicht op de belegginsondernemingen.
·
Wet van 21 december 2009 betreffende
het statuut van de betalingsinstellingen, de toegang tot het bedrijf van
betalingsdienstaanbieder en de toegang tot betalingssystemen.
Deze wetten kunnen, maar moeten niet van toepassing zijn op
een crowdfunding-initiatief. Binnen de sector klinkt dan ook de vraag naar een aangepast, specifiek
wetgevend kader voor crowdfunding steeds luider.
Er zijn al enkele wetsvoorstellen aangekondigd, maar nog
niet ingediend. In Vlaanderen worden op korte termijn geen regelgevende
aanpassingen voorzien.[11]
2.4.
Fiscale behandeling
Crowdfunding-platformen halen geld op bij vele geldschieters
die kleine bedragen aan/in een bepaald project willen doneren of investeren.
Wanneer het benodigde bedrag, of een percentage daarvan, opgehaald is, wordt
dit bedrag doorgestort aan de begunstigde van het project.
Crowdfunding verschilt fiscaal niet van reguliere
financiering. Crowdfunding is een alternatieve financieringstechniek die als
dusdanig belast wordt. De fiscale
behandeling is dus afhankelijk van
het type crowdfunding. Wanneer er sprake is van sponsoring[12] of giften, dan maken de inkomsten in beginsel deel uit van
het belastbaar resultaat van de begunstigde en de uitgaven zijn fiscaal
aftrekbaar. Wanneer er sprake is van aandelengebaseerde of leninggebaseerde
crowdfunding, dan wordt dit door de fiscus aanschouwd als eigen of vreemd
vermogen, en als kapitaal behandeld.
2.5.
Verschil Tax Shelter
In het voorjaar van 2012 lanceerden Vereeck en Werbrouck het
voorstel om op federaal niveau een Tax
Shelter mogelijk te maken voor rechtstreekse financiële steun aan een
topsporter die niet of onvoldoende in aanmerking komt voor financiële
ondersteuning door de Vlaamse Gemeenschap[13]. Ons
voorstel had de bedoeling om de private investeringen in topsporters te
stimuleren door het fiscaal aantrekkelijker te maken. De Tax Shelter is een fiscale
gunstmaatregel waarbij de investerende vennootschap een vrijstelling
in de belastbare gereserveerde winst zou kunnen genieten van max. 150% van
de geleverde investering, mits voldaan
wordt aan de geldende voorwaarden. Dit fiscaal voordeel kan mogelijk gemaakt
worden via een wijziging van artikel 194ter en artikel 416, tweede lid van het
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. De wet van 17 mei 2004 tot wijziging
van het artikel 194ter maakte bijvoorbeeld de Tax Shelter t.g.v. audiovisuele
producties mogelijk.
Reactie
Lode Vereeck:
“Crowdfunding
staat in Vlaanderen nog in zijn kinderschoenen. Zolang er geen specifiek
wettelijk kader is, blijven de bestaande wetten van kracht voor het aantrekken
van gelden. Die zijn niet echt geschikt voor een kleinschalig systeem dat als
bedoeling heeft om kleine bedragen van vele geldschieters voor een specifiek
project te verzamelen. Zo is er o.a. het plafond van 100.000 euro dat per
project wordt opgelegd. Fiscaal stellen zich minder problemen omdat
crowdfunding behandeld zal worden zoals elke andere financieringsvorm (giften,
sponsoring, leningen, aandelen). Alhoewel crowdfunding nu al mogelijk is,
dringt een aangepast wettelijk kader zich op.”
3. Crowdfunding
in topsport
In Vlaanderen kijkt de sportwereld veelal naar de (Vlaamse)
overheid als geldschieter voor individuele topsporters, in tegenstelling tot in
Nederland waar het bedrijfsleven veel nauwer betrokken is. Private sponsoring
is wel goed ingeburgerd in ploegsporten zoals voetbal, wielrennen en basketbal.
Maar het aantrekken van private middelen, zowel van particulieren als van
ondernemingen, voor individuele topsporters staat in Vlaanderen nog in de
kinderschoenen.
3.1.
Voordelen
Omdat enerzijds de Vlaamse overheid een aantal topsporters
in de kou laat staan en omdat anderzijds de middelen van de overheid beperkt
zijn, moeten we in Vlaanderen dus ook durven kijken naar nieuwe
financieringsvormen en –modellen zoals crowdfunding. Met een dergelijk financieringsmodel
wordt de hele Vlaamse samenleving nog nauwer betrokken bij de topsport. Er
bestaan reeds crowdfunding-platformen voor topsport in het buitenland.
Gelet op het ontbreken van een duidelijk wetgevend kader én
het feit dat er op dit moment in Vlaanderen geen enkel privaat
crowdfunding-initiatief voor topsporters bestaat, is er sprake van
rechtsonzekerheid voor geldschieters en topsporters. Vereeck en Werbrouck
stellen voor dat de Vlaamse Regering een eerste crowdfunding-platform voor
topsporters opzet.
Daartoe moet onderzocht worden (1)
onder welke financiële en juridische voorwaarden crowdfunding kan ingezet
worden als financieringsmiddel voor topsport in Vlaanderen en (2) onder welke
voorwaarden welke topsporters gebruik kunnen maken van crowdfunding (bvb. al
dan niet met behoud van subsidies).
De specifieke voordelen
zijn:
·
Een Vlaams platform biedt (eindelijk)
de mogelijkheid voor topsporters om beroep te doen op crowdfunding;
·
De Vlaamse overheid levert de garantie
(zekerheid) dat de fondsen van de geldschieters binnen een veilige omgeving
worden ingezet voor het geprefereerd project van de geldschieters;
·
Crowdfunding leg geen beslag op schaars
belastingsgeld;
·
Een Vlaams crowdfunding-platform voor
topsporters kan op termijn worden opengetrokken naar andere domeinen zoals cultuur,
ondernemen of topsportinfrastructuur;
·
Een crowdfunding-platform staat ook
open voor buitenlandse geldschieters.[14] Ook zij
zullen de Vlaamse overheidsgarantie naar waarde schatten.
Bijkomende algemene
voordelen zijn:
·
Crowdfunding openbaart het
maatschappelijk belang veel meer dan een arbitraire Topsporttakkenlijst. Indien
een sporter (een groot deel van) het vooropgestelde bedrag kan ophalen, dan
wijst dit op de interesse vanuit de samenleving.
·
Een crowdfunding-platform betrekt de
hele samenleving nauwer bij het topsportgebeuren via kleine bijdragen van het
brede publiek van particulieren en ondernemers.
·
Crowdfunding biedt dus meer
mogelijkheden en heeft een veel groter bereik dan traditionele sponsoring. Maar
crowdfunding staat het aantrekken van reguliere sponsors ook niet in de weg.
3.2.
Knelpunten
In het kader van de oprichting van dit platform moet de
Vlaamse Regering[15]
onderzoeken en bepalen welke individuele topsporters onder welke voorwaarden welk
bedrag kunnen gebruiken ter financiering van hun topsport:
·
Wie? Welke sporters mogen
gebruik maken van crowdfunding?
o
Enkel topsporters die op geen enkele
manier ondersteund worden door de Vlaamse overheid (bvb. Luca Brecel)?
o
Of ook topsporters die enkel in
aanmerking komen voor aanvullende topsportsubsidies en die het financieel
moeilijk hebben (bvb. Bart Swings)?
o
Of ook topsporters die een
topsportcontract hebben en aanvullende topsportsubsidies ontvangen?
o
...
·
Hoe?
o
Wat is de juridische vorm van het
crowdfunding-platform?
o
Welke beheerders moeten er aangesteld
worden?
o
Welke procedures moeten geldschieters
volgen?
o
Ontvangen de geldschieters een
tegenprestatie of niet, c.q. wat is de fiscale behandeling?
o
Is er een maximumbedrag per
geldschieter?
o
Is er een maximumbedrag per ontvangende
topsporter?
o
...
3.3.
Bestaande (buitenlandse) platformen
Er bestaan in het buitenland al een aantal voorbeelden van crowdfunding-platformen:
·
Sportfunder (www.sportfunder.com)
“Sportfunder” is een internationaal crowdfunding-platform
dat speciaal ontwikkeld werd om financiële middelen voor sportgerelateerde
projecten in te zamelen. Het platform van Sportfunder verbindt amateursporters,
professionele sporters, scholen, teams, enz. met fans en sportgeïnteresseerden om
zo financiële middelen te vinden. Op Sportfunder staan momenteel een tiental
projecten, waarvan sommige succesvol zijn en andere niet.
·
Sportdelen (www.sportdelen.nl)
“Sportdelen” is een privaat initiatief en wordt ondersteund door
Arko Sports Media. Sportdelen wil de kennis, expertise en geld verzamelen voor
goede ideeën en ambitieuze dromen op het gebied van sport en bewegen. Op
Sportdelen staan momenteel een vijftal projecten. Volgens de initiatiefnemers
is het intiatief gestoeld op de mogelijkheden die ontstaan in een veranderende
wereld van open internet en sociale media en op hun geloof dat open innovatie
vele malen effectiever is dan besloten innovatie.
·
Wij Zijn Sport (www.wijzijnsport.nl)
“Wij Zijn Sport” is een Nederlands platform dat werd gelanceerd
in februari 2013. Volgens de initiatiefnemers biedt crowdfunding een aantal
voordelen: het boort nieuwe geldstromen aan naast de NOC*NSF topsportregeling
en de sponsorgelden; het bevordert het ondernemerschap van sporters
en biedt een gelijk speelveld voor álle topsporters, valide en invalide. Het
initiatief wil alle sporters dezelfde mogelijkheden bieden om hun sportieve droom te
verwezenlijken. Daarin staan het ondernemerschap van de sporter én de
betrokkenheid van sportliefhebbers bij hun helden centraal. Uit een peiling van
RTL Nieuws tijdens de Olympische Spelen in London’12 bleek dat 40% van de
Nederlanders bereid is om topsporters mee te willen steunen.
3.4.
Bijkomende mogelijkheden
Om de gekende financieringsproblemen van onze Vlaamse
topsporters te helpen oplossen, is het prioritair
gewenst dat de Vlaamse overheid een crowdfunding-platform opzet voor
projecten in individuele topsporters.
De specifieke bepalingen moeten worden vastgelegd
worden op basis van het onderzoek van de Vlaamse Regering,.
Maar het platform kan op langere termijn ook andere doelen
binnen het topsportbeleid dienen, zoals investeringen in de
topsportinfrastructuur. In Vlaanderen zijn er grote noden inzake
topsportinfrastructuur, zoals bvb. een tweede overdekte wielerpiste. Maar sinds
het begin van de legislatuur werden hierin bijna geen middelen geïnvesteerd. De
achterstand heeft zich dus opgestapeld en anno 2013 heeft Vlaanderen een
éénmalig potje van 10 miljoen euro ter beschikking om te investeren in
topsportinfrastructuur. Dat zijn slechts overjaarse borrelnootjes. Het is te
weinig en te laat voor de voorbereiding van Rio’16.
Indien het plafond voor crowdfunding opgetrokken wordt naar 1 miljoen euro, dan kan crowdfunding
ook een mogelijkheid bieden voor investeringen in
topsportinfrastructuurprojecten.
Reactie
Ulla Werbrouck:
“Topsport
kost veel geld. Het zou niet correct zijn als de factuur automatisch en
volledig wordt doorgeschoven naar de overheid. Topsporters moeten ook op zoek
naar private middelen. Dat gaat van de klassieke sponsoring tot het nieuwe
crowdfunding. In het buitenland lopen al enkele initiatieven. Wij vragen de
Vlaamse regering om de modaliteiten van een Vlaams crowdfunding-platform voor
topsporters uit te werken. Daarbij moet in de allereerste plaats worden onderzocht
welke
topsporters in aanmerking komen. Is het enkel toegankelijk voor topsporters die
totaal geen steun van de Vlaamse overheid ontvangen, of is het combineerbaar
met de aanvullende subsidies van BLOSO? En voor welk bedrag mag een topsporter
gesteund worden door een crowdfund?”
Reactie
Lode Vereeck:
“Vele
kleintjes maken één groot. Dat is het principe van crowdfunding, waarin een
grote groep geldschieters kleine bedragen storten. De voordelen van een Vlaams crowdfunding-platform zijn dat er nieuwe
inkomstenbronnen worden aangeboord voor topsport zonder aan de Vlaamse
begroting te raken. Een Vlaams initiatief zal ook de onzekerheid en
koudwatervrees wegnemen die er bestaat door het ontbreken van een specifiek
wettelijk kader. Daardoor kan het brede publiek, particulieren en ondernemers, op
een veilige manier haar steentje bijdragen tot het succes van Vlaamse topsporters.
Crowdfunding zorgt voor een grotere betrokkenheid van de ganse samenleving bij
topsport. Op die manier zullen topsporters die glansprestaties neerzetten, ook
beloond worden. En niet omdat hun sport toevallig op een lijst staat.”
BIJLAGE: Ondersteuning
Vlaamse overheid topsporters
·
Topsportcontract en aanvullende subsidies topsport:
De
sporttak staat op de topsporttakkenlijst en er is een topsportfederatie.
o
Tia Hellebaut (atletiek)
o
Pieter Timmers (zwemmen)
·
Uitzondering topsportcontract en aanvullende subsidies
topsport
Olympische
sporttak die niet op de topsporttakkenlijst staat en waarbij er geen
topsportfederatie is, maar wel een sportfederatie met een doorgedreven topsportwerking.
o
Tom Goegebeur (gewichtheffen)
o
Jorik Hendrickx (kunstschaatsen)
o
Pieter Gysel en Wim De Deyne (beiden
shorttrack in het verleden)
o
Kevin Van Der Perren (kunstschaatsen in
het verleden)
·
Enkel aanvullende subsidies topsport
Sporttak
staat niet op de topsporttakkenlijst, maar is wel aangesloten bij een
topsportfederatie.
o
Seppe Smits kon vroeger van dit
voordeel genieten toen hij nog niet in aanmerking kwam voor een
topsportcontract. Smits blonk uit in slopestyle, maar omdat enkel Big Air en Half
Pipe opgenomen waren, kon hij geen contract krijgen, maar enkel aanvullende
topsportsubsidies omdat Smits aangesloten is bij de erkende topsportfederatie
Ski en Snowboard. Nu heeft hij een topsportcontract omdat hij ook mooie
resultaten neerzet in de discipline Big Air.
Overzicht 26 topsportcontracten BLOSO
(d.d. 21/05/2013)
Katrien
Aerts: Ski: freestyle
Sara
Aerts: Atletiek: zevenkamp
Svetlana
Bolshakova: Atletiek: hinkstapspringen
Kris
Bosmans: G-sport: wielrennen klasse C3
Michael
Bultheel: Atletiek: 400m horden
Olivier
Cauwenbergh: Kajak: K2 1.000m
Moreno
De Pauw: Baanwielrennen: Olympische disciplines
Sven
Decaesstecker: G-sport: zwemmen 200m wisselslag klasse S10
Jeroen
Devroe: Paardrijden: dressuur
Karin
Donckers: Paardrijden: eventing
Tom
Goegebeur: Gewichtheffen
Jorik
Hendrickx: Kunstschaatsen
Ilse Heylen: Judo
Hanna Mariën: Bobslee: tweemansbob
Laurens Pannecoucke: Kajak: K2 1.000m
Amelie Rosseneu: Judo
Seppe Smits: Snowboard: slopestyle
Pieter
Timmers: Zwemmen: 100m en 200m vrije slag
Hans
van Alphen: Atletiek: tienkamp
Seppe
Van Holsbeke: Schermen: sabel
Sanne
Van Overberghe: Acrobatische gymnastiek
Dirk
Van Tichelt: Judo
Nicolas
Vleeshouwers: Gymnastiek: acrogymnastiek gemengd paar
Eva
Willemarck: Bobslee: tweemansbob
Elfje
Willemsen: Bobslee: tweemansbob
Rob
Woestenborgs: Duatlon
Overzicht 25 topsportcontracten
Departement CJSM – Wielerploeg Topsport Vlaanderen
Jasper
De Buyst, Sander Helven, Yves Lampaert, Thomas Sprengers, Kenneth Vanbilsen, Sander Armée, Dominique
Cornu, Tim Declercq, Kevin De Jonghe, Kenny De Ketele, Laurens De Vreese,
Pieter Jacobs, Eliot Lietaer, Tim Mertens, Stijn Neirynck, Jarl Salomein, Tom
Van Asbroeck, Preben Van Hecke, Gijs Van Hoecke, Michael Van Staeyen, Sven
Vandousselaere, Arthur Vanoverberghe, Pieter Vanspeybrouck, Jelle Wallays en
Zico Waeyten.
Overzicht 11 topsportcontracten
Departement CJSM – Atletiek Vlaanderen
Almensh
Belete (100%), Lindsey De Grande (60%), Jeroen D’hoedt (60%), Koen Naert (60%),
Stef Vanhaeren (60%), Dario De Borger (van 60 naar 80%) en Thomas Van der
Plaetsen (via Bloso 80%). Nieuwkomers in het team 2013: Bashir Abdi (100%),
Axelle Dauwens (60%), Hanne Claes (60%) en Pieter-Jan Hannes (60%).
______________________
[1] Onder geldschieter wordt verstaan een
donateur of investeerder.
[2]
De Morgen, 14 december 2012, p. 22.
[3]
De Standaard, 2 april 2013, p. 22.
[4] In een prospectus wordt het project waarvoor de initiatiefnemer geld
ophaalt, toegelicht. Het bevat informatie over de initiatiefnemer en de
juridische vorm waaronder de geldschieter investeert in het project. De FSMA
gaat na of de prospectus volledig en begrijpelijk is opgesteld. De prospectus
moet de geldschieter helpen bij het nemen van zijn beslissing om al dan niet
geld in het project te investeren.
[5] Simon Van Dorpe ,
België maakt zich op voor crowdfunding, Financial Director’s Magazine, juni
2012, p. 31.
[6] De Standaard, 2
april 2013, p. 22.
[7] Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten.
[8] Appsfunder staat
jonge app-ontwikkelaars bij om een startkapitaal op te halen via het internet.
[9] Pieter Houben,
Amerika vereenvoudigt crowdfunding, 28 maart 2012, raadpleegbaar op: http://www.zdnet.be/internet/137789/amerika-vereenvoudigt-crowdfunding/
[10] FSMA, Crowdfunding, d.d. 12/07/2012, raadpleegbaar op: http://www.fsma.be/nl/in-the-picture/article/press/div/2012/~/media/Files/fsmafiles/press/medcons/2012/nl/FSMA_2012_16.ashx
[11]
Bisnota Bankenplan Vlaamse Regering, p. 12.
[12]
In geval van sponsoring kunnen de kosten (affiches, …) uiteraard fiscaal in
mindering worden gebracht.
[13]
De Tax Shelter zou logischerwijze niet van toepassing zijn voor beroepssporters,
zoals profvoetballers, proftennissers, e.d.
[14] Een Australische of Zuid-Afrikaanse
snookerliefhebber kan dus ook investeren in een toptalent als Luca Brecel.
[15] Vlaams minister van Economie Kris
Peeters, Vlaams minister van Economisch Overheidsinstrumentarium Ingrid Lieten
en Vlaams minister van Sport Philippe Muyters.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten