Interview - Ulla Werbrouck (LDD) niet te spreken over topsportbeleid van Philippe Muyters (N-VA)
Werbrouck: 'Maak een topsportcentrum, zoals in de buurlanden, waar er kruisbestuiving kan plaatsvinden'
Vandaag stelt Vlaams minister van Sport Philippe Muyters (N-VA) zijn actieplan voor dat Vlaanderen over vier jaar in Rio meer olympische medailles moet opleveren. Maar Vlaams parlementslid Ulla Werbrouck (LDD) heeft er al geen goed oog in.
Nee, niet alles aan het sportbeleid van Philippe Muyters is verkeerd, benadrukt Ulla Werbrouck. "Voor een stuk hebben zijn plannen zeker gewerkt, hij heeft een aantal dingen gerealiseerd. Maar de structurele, broodnodige ingrepen, die blijven achterwege", meent ze. Werbrouck, zelf goed voor een gouden medaille in het judo op de Olympische Spelen van 1996 in Atlanta, ziet het met lede ogen aan. "Vijf Vlaamse medailles wilde Muyters in 2012 halen, zei hij bij de voorstelling van zijn Topsportactieplan Vlaanderen in 2009. Het is er eentje geworden (België behaalde drie medailles in Londen, voor Vlaanderen keerde alleen zeilster Evi Van Acker terug naar huis met brons, avb). We gaan er steeds verder op achteruit en als we zo blijven aanmodderen, zullen we blijven achteruitgaan." Veel goede hoop dat het nieuwe Topsportactieplan dat Muyters vandaag voorstelt en dat de Vlaamse atleten naar Rio 2016 moet leiden, beterschap zal brengen, heeft Werbrouck niet.
Werbrouck: 'Maak een topsportcentrum, zoals in de buurlanden, waar er kruisbestuiving kan plaatsvinden'
Vandaag stelt Vlaams minister van Sport Philippe Muyters (N-VA) zijn actieplan voor dat Vlaanderen over vier jaar in Rio meer olympische medailles moet opleveren. Maar Vlaams parlementslid Ulla Werbrouck (LDD) heeft er al geen goed oog in.
Nee, niet alles aan het sportbeleid van Philippe Muyters is verkeerd, benadrukt Ulla Werbrouck. "Voor een stuk hebben zijn plannen zeker gewerkt, hij heeft een aantal dingen gerealiseerd. Maar de structurele, broodnodige ingrepen, die blijven achterwege", meent ze. Werbrouck, zelf goed voor een gouden medaille in het judo op de Olympische Spelen van 1996 in Atlanta, ziet het met lede ogen aan. "Vijf Vlaamse medailles wilde Muyters in 2012 halen, zei hij bij de voorstelling van zijn Topsportactieplan Vlaanderen in 2009. Het is er eentje geworden (België behaalde drie medailles in Londen, voor Vlaanderen keerde alleen zeilster Evi Van Acker terug naar huis met brons, avb). We gaan er steeds verder op achteruit en als we zo blijven aanmodderen, zullen we blijven achteruitgaan." Veel goede hoop dat het nieuwe Topsportactieplan dat Muyters vandaag voorstelt en dat de Vlaamse atleten naar Rio 2016 moet leiden, beterschap zal brengen, heeft Werbrouck niet.
Om te beginnen al omdat Muyters zich op 2016 richt. "We plannen enkel op de korte termijn, terwijl investeren in topsport net op middellange en lange termijn moet. In Nederland focuste men in 2008 al op 2028. Wij kijken nog steeds niet verder dan de eerstvolgende olympiade." Maar dat is niet het enige waar Werbrouck zich aan stoort. Ondanks beloften die al jarenlang meegaan, is er nog steeds geen sprake van één loket voor de Vlaamse topsporters, dat de versnippering tussen Bloso en het departement Cultuur, Sport, Jeugd en Media moet tegengaan. Bovendien kondigde Muyters in zijn beleidsbrief voor 2013 ook al aan dat hij zijn beleid wil blijven afstemmen op een reeks vooraf bepaalde sporttakken, zegt de LDD-politica. "En val je daarbuiten, dan sta je daar, of je moet die uitzondering zijn die toch opgevist wordt. Zo zeg je vooraf al wie er eventueel een kampioen kan worden en wie de kans niet zal krijgen. Neem nu iemand als snookertalent Luca Brecel, of negenvoudig wereldkampioen Kenny Belay, die moeten het zonder Vlaamse steun rooien."
Het schrijnendste probleem is misschien wel het gebrek aan infrastructuur, meent de poulain van Jean-Marie Dedecker. "Sinds 2009 is er één investering gebeurd van 120.000 euro." Een peulschil, zegt Werbouck. "Muyters beloofde nochtans één Vlaams centrum voor multidisciplinaire sportactiviteiten en daarnaast een aantal gespecialiseerde centra. Dat is er in drie jaar tijd niet gekomen. En nu staat in zijn beleidsbrief dat hij drie topsportcentra wil uitbouwen. Hoe gaat hij dat doen, nu het budgettair nog zwaarder is?" Voor Werbrouck is het duidelijk: op deze manier zal de olympische oogst in 2016 niet rooskleuriger zijn. Hoe dat dan wel kan? "Werk maken van die topsportinfrastructuur. Maak een topsportcentrum, naar het voorbeeld van Nederland en Frankrijk waar er kruisbestuiving kan zijn tussen disciplines. Pak die versnippering in het beleid daadkrachtig aan en concentreer het binnen het agentschap Topsport. Hef de lijst met topsporttakken op, zodat iedere sporter, ongeacht de discipline, in aanmerking komt voor financiële ondersteuning. En vooral: koppel de functie van topsportcoördinator los van de federaties." Dat laatste is geen populaire maatregel, beseft Werbrouck, al zeker niet bij de federaties zelf. "Maar het is wel essentieel. Er moet toch iets gebeuren?"
Ann Van Den Broek
De Morgen
© 2012 De Persgroep Publishing
Het schrijnendste probleem is misschien wel het gebrek aan infrastructuur, meent de poulain van Jean-Marie Dedecker. "Sinds 2009 is er één investering gebeurd van 120.000 euro." Een peulschil, zegt Werbouck. "Muyters beloofde nochtans één Vlaams centrum voor multidisciplinaire sportactiviteiten en daarnaast een aantal gespecialiseerde centra. Dat is er in drie jaar tijd niet gekomen. En nu staat in zijn beleidsbrief dat hij drie topsportcentra wil uitbouwen. Hoe gaat hij dat doen, nu het budgettair nog zwaarder is?" Voor Werbrouck is het duidelijk: op deze manier zal de olympische oogst in 2016 niet rooskleuriger zijn. Hoe dat dan wel kan? "Werk maken van die topsportinfrastructuur. Maak een topsportcentrum, naar het voorbeeld van Nederland en Frankrijk waar er kruisbestuiving kan zijn tussen disciplines. Pak die versnippering in het beleid daadkrachtig aan en concentreer het binnen het agentschap Topsport. Hef de lijst met topsporttakken op, zodat iedere sporter, ongeacht de discipline, in aanmerking komt voor financiële ondersteuning. En vooral: koppel de functie van topsportcoördinator los van de federaties." Dat laatste is geen populaire maatregel, beseft Werbrouck, al zeker niet bij de federaties zelf. "Maar het is wel essentieel. Er moet toch iets gebeuren?"
Ann Van Den Broek
De Morgen
© 2012 De Persgroep Publishing
Geen opmerkingen:
Een reactie posten