Gisteren stonden in de commissie Sport twee vragen van Ulla Werbrouck geagendeerd die in feite alle twee een gelijkaardige problematiek aankaarten, namelijk het feit dat er een grote discrepantie bestaat tussen de echte noodzaak van ondersteuning in de topsportwereld en de eigenlijke verlening van de subsidies door de Vlaamse Overheid. Minister Muyters gaf echter aan dat zeker inzake het verlenen van subsidies voor topsporters pas na 2012 een nieuw overleg gestart zal worden.
__________________________________________________________________________________
Ulla Werbrouck, Vlaams volksvertegenwoordiger LDD: “Ten eerste wordt ondersteuning voor een topsporter nu verleent op basis van de zogenaamde topsporttakkenlijst. Hierdoor komen, op een aantal uitzonderingen na, enkele deze sporten in aanmerking voor ondersteuning door de Vlaamse overheid waardoor een heel aantal echte topsporters buiten de boot vallen. Ten tweede verleent de overheid subsidies aan topsportevenementen. Hierbij valt op dat een aantal evenementen deze subsidies in feite niet nodig hebben omdat ze zelfbedruipende organisaties zijn. Maar aan de andere kant constateren we wel dat deze subsidies benut zouden moeten worden voor medische begeleiding, training en vorming van jonge, talentvolle sporters. Maar door het wetgevend kader kan dit niet.”
Gisteren in de commissie Sport gaf minister Muyters aan dat de resultaten van de Olympische Spelen van 2012 afgewacht moeten worden alvorens te spreken over een verandering in het beleid. Ulla Werbrouck kan hier geen vrede mee nemen.
“Het is natuurlijk zo dat één jaar voor de Olympische Spelen men het beleid niet kan omgooien, bovendien sta ik ook achter het algemeen kader. Ik pleit er alleen voor om nu al de discussie op te starten samen met bv. de Taskforce Topsport en niet te wachten tot na de Olympische Spelen van 2012. Vooraleer we dan wijzigingen in het beleid doorgevoerd hebben is het 2014 en zijn we weer 2 jaar voor de volgende Olympische Spelen. Mijn grootste bekommernis is dat onze topsporters prestaties kunnen leveren en indien we nu reeds de discussie voeren, kunnen we eindelijk eens een stap voor zijn. Niet alles moet reeds tot in de puntjes vastliggen, maar we kunnen reeds starten met de algemene krijtlijnen uit te zetten, waarbij ik zal pleiten voor een meer prestatiegerelateerde subsidiering,” stelt Ulla Werbrouck.
In het kader van het verlenen van subsidies aan topsportevenementen gaf minister Muyters aan dat de eerste draft voor een vernieuwend referentiekader klaar is, maar nog verder geëvalueerd moet worden door de Taskforce Topsport. Waarna er nu een praktijktoets zal volgen om te kijken waar er verfijnd kan worden. Ulla Werbrouck: “Een strenger referentiekader was en is een absolute noodzaak, zodat enkel de echte topsportevenementen het label ‘Topsport’ ontvangen. Dit kunnen we enkel ondersteunen, ik kijk dan ook reikhalzend uit naar de praktijktoets.” Wat wel opmerkelijk is als je de lijst met gesubsidieerde topsportevenementen bekijkt, is dat een aantal evenementen bv. een veldrit, zeer hoge subsidies voor de organisatie ervan ontvangen terwijl de organisatie ervan zelfbedruipend is. “Een veldrit is een topsportevenement, zonder twijfel, maar de organisatie ervan is zelfbedruipend. Mijn angst ligt in het feit dat de hoge subsidies worden aangewend om hoge startgelden voor de veldrijders te betalen. Ik ijver eerder om deze subsidies lager te houden en de uitgespaarde subsidies aan te wenden voor de begeleiding, vorming en training van jonge, talentvolle veldrijders. Want hier zien we wel de behoefte aan ondersteuning. Het probleem is echter dat het wetgevend kader ons dit niet toelaat,” zo besluit Ulla Werbrouck.
maandag 7 maart 2011
Abonneren op:
Posts (Atom)